18 - Jeroen Soer (VARA | TROS | Radio 10 (Gold) | Power FM | Love Radio | Concert Radio)

Dit is een hoofdstuk uit het inmiddels niet meer te verkrijgen boek over de opkomst van commerciële omroep in Nederland en wordt als naslagwerk gekoesterd als het gaat over de periode 1985-1996 in de Nederlandse omroepgeschiedenis.

 

Een man die in de eerste fase van commerciële radio in Nederland vaak vooraan stond, was Jeroen Soer. Oud-Verukkelijke Vijftien dj bij de VARA op Hilversum 3, maar ook presentator van TROS Popformule op Nederland 2. Soer had genoeg meegemaakt binnen de publieke omroep om te weten hoe het niet moest. En hij ging het daarna zelf doen. Met wisselend succes maar wel veel losmakend. Ver voor zijn terugkeer bij de publieke VARA en regionale omroep (avonture die jammerlijk mislukten), was Soer één van de pionieren van de eerste commerciële radiogolf in Nederland.


Mijn rechtsgevoel heeft de afgelopen acht jaar meer dan eens een knauw gekregen. Ik heb afgeleerd om te geloven dat als je gelijk hebt dat je dat ook altijd krijgt. De overheidsinvloed op de media zal steeds minder worden, maar het is nog lang niet afgelopen."

 

Jeroen Soer is één van de commerciële radiopioniers in Nederland. En dat terwijl zijn radiowerk in de jaren tachtig bij de KRO, de VARA en de TROS in niets die richting op wees. Maar een korte radiostart bij Radio Caroline in 1979, en het daaruit voortvloeiende contact met Ton Lathouwers, Ruud Hendriks en Erik de Zwart, besmet ook deze ex-piraat met het commerciële radiovirus. Radio 10 start in 1988 via een noodzakelijk U-bocht vanuit Milaan. Soer neemt de onzekere sprong in het diepe, maar bleef bestaan waar Cable One van Willem van Kooten kopje onder ging. In 1990 wordt de noodlijdende kabelzender gered door Arcade, en komen de oude hits en de naamswijziging in Radio 10 Gold. De Radio 10 Groep is leverancier van drie radiozenders (Radio 10 Gold, Love Radio, Concert Radio), en met Arcade exploitant van twee tv-zenders (The Music Factory en TV10). Acht jaar na de start heeft Soer genoeg van vooral de politieke bemoeienis met het commerciële radiolandschap en legt hij op 1 november 1996 zijn functie neer.

 

"Het vrijmaken van de media in Nederland is begonnen met de radio. Weer de radio, niet de televisie. Mensen denken vaak dat RTL4 de eerste commerciële zender was in Nederland, maar dat is dus helemaal niet zo. En ik was één van de pioniers van het openbreken van het verstarde Hilversumse bestel. Zo kun je dat toch wel stellen. Hoewel, als ik het niet gedaan had dan was het een ander geweest. Misschien was Sky Radio dan groter geweest, of was er iemand anders eind jaren 80 al begonnen.

 

Het ondernemerschap

 

Het is niet zo dat ik altijd gedroomd heb van de baas spelen bij een commercieel station. Op zich is de baas zijn niet leuk, maar wel leuk is dat je voor een heel groot deel het beleid van een onderneming kunt bepalen. Een onderneming in heel woelige tijden, dat vind ik wel heel erg leuk. En dat je niet elke twee weken verslag moet uitbrengen over wat je gedaan hebt, en hoe je het gedaan hebt. Dat scheelt een hoop, dat veroorzaakt een gevoel van vrijheid. En het is nu een serieus bedrijf geworden, met een goudgerande omzet en een uitstekende winst. Ik ben wel veel meer zakenman geworden dan ik dat was. Maar ik probeer mijn bedrijf zo te organiseren dat ik nog wel dezelfde speelse geest heb en houd. De creativiteit die ik vroeger in mijn programma's stopte gebruik ik nu voor het managen van deze tent. Dat is niet zo heel verschillend. Het maken van een programma is ook een kwestie van goed voorbereiden, nadenken over wat je bedoeling is, en wanneer je wat gaat doen.

 

De servicefunctie

 

Programma's zelf presenteren hoef ik niet meer. Ik heb het voor het laatst gedaan bij het 25-jarig jubileum van Tom Mulder. Van mijn eigen radiotijd zijn geen fragmenten bewaard, dat vind ik onzinnig. Radio is een vluchtig medium, dat hoef ik niet terug te horen. Hoewel die oude fragmenten van Tom Mulder wel leuk waren. Hij klonk vroeger net als Tom Blomberg, hallekidee-hallo! Blomberg is echt zo'n disc-jockey waar ik plasjes van in mijn handen krijg. Zo iemand die volhardt in wat hij wil vertellen, terwijl ik het helemaal niet wil weten. Ik heb dat laatst in een winkel gehad, begint er een verkoper ongevraagd allerlei dingen aan te prijzen, ik ben meteen weggelopen. Als je dan toch merkt dat de klant iets niet wilt, dan ga je toch niet door, of beledigd lopen snuiven. Sodemieter op! Ik ben de gast, ik wil graag service. Maar ja, misschien ben ik te vaak in Amerika geweest. Daarom pik ik het hier ook niet als ik geen service krijg, dan ga ik gewoon naar een ander. Dat is bij radio net zo. Als je je publiek wilt bereiken, dan moet je steeds in je achterhoofd houden: Wat wil mijn publiek weten? Doe je dat niet dan gaat je publiek, ontrouw als het is, gewoon naar een ander. En terecht.

 

Dat is ook het goede van commerciële radio, het publiek wordt er beter bediend. Commerciële radio is veel gesegmenteerder dan publieke radio. Dat betekent dat je over een aantal jaren alle muziekstijlen aan bod kunt laten komen. We hebben nu al vier klassieke muziekzenders in Nederland, dat is een waanzinnige luxe. Die kunnen niet tot in de lengte van dagen zo doorgaan, want ze zitten nu een beetje in dezelfde vijver te vissen. Maar dat komt omdat de distributie van radio nog te beperkt is. Als je veel meer zenders kunt krijgen, dan gaat niet iedereen meer de grootste doelgroep bedienen. Dus op een bepaald moment gaat de één zich bijvoorbeeld specialiseren in barok, een ander doet liederen, koorzang, en weer een ander doet alleen maar modern klassiek. En zo geldt dat voor alle genres. Ik zie geen gevaar voor een versplintering of vervlakking in de maatschappij door deze segmentering. Vroeger moest je ook op zoek naar je eigen favoriete genre, want dat was er toen ook al, maar dan één uurtje in de week. Zoals je vroeger op zoek moest naar zo'n programma, zo moet je nu op zoek naar een zender. Het zoeken naar een zender is aanmerkelijk eenvoudiger dan het zoeken naar een programma. Een zender zendt 24 uur per dag min of meer hetzelfde uit, is herkenbaar. Als je echt nieuwsgierig bent, als je echt iets wilt, dan kom je er achter. Dan vind je het. En die breedte in de programmering, die dingen waar je vroeger ongevraagd mee geconfronteerd werd, dat waren uitschakelmomenten voor een heleboel mensen. Dat moet je niet vergeten. Een heleboel mensen namen daar helemaal geen kennis van. Kijk wat er gebeurde als de EO op woensdagochtend op Radio 3 zat, dan klapte de luisterdichtheid terug van 15 procent naar minder dan 1 procent. Met de komst van commerciële radio is het alleen maar een stuk duidelijker geworden.

 

De publieke omroep

 

De publieke radio had nu veel beter kunnen zijn dan die is geweest, en nu nog is. Ze hadden het veel eerder moeten veranderen. Er is door de publieke omroep nooit gelet op wat de luisteraar wil horen, wat ik een regelrechte belediging vind van de mensen waar je het uiteindelijk voor doet. De manier waarop Radio 3 toen georganiseerd was, iedereen zijn eigen dag, zijn eigen eiland. Wat een verziekte toestand! Ik vind het nog steeds een kutzender, alhoewel ze wel geprobeerd hebben er met de horizontalisering nog het beste van te maken. Maar ze zien niet in dat doorgaan op de huidige manier de weg is naar marginalisering. Wat ze echt moeten doen is de handen ineenslaan en de verenigingen monddood maken, en één sterke publieke, nationale omroep neerzetten. En goede afspraken maken, maar dat is ten ene male onmogelijk. Dat is ook lastig, want je hebt die verengingen die daar zitten met hun besturen die de huidige structuur in stand houden, zogenaamd om die identiteit te bewaken. Die gaan ze niet zomaar opgeven. Want de eerste voorzitter die dat voorstelt, die wordt onthoofd. Nou ja, Van Dam heeft het voorgesteld. Maar die is ook meteen weggegaan. Toch is het de enige juiste weg.

 

De publieke omroep moet niet concurreren op gebieden waar de commerciële omroep gewoon beter in is, zoals showprogramma's. Ze moeten niet meer alles willen aanbieden, dus dat statuut in de Mediawet waarin staat dat de publieke omroep alle soorten programma's moet brengen moet er zo snel mogelijk uit. Ik denk dat ze zich moeten concentreren op nieuws en informatie. Een hele logische peiler, waar ze ook goed in zijn. Waarmee ik overigens niet wil zeggen dat de commerciële zenders zich hier niet mee bezig zou kunnen houden. Maar ik denk dat je er als overheid voor moet zorgen dat er een kanaal is waarvan je honderd procent zeker weet dat die gevrijwaard is van commerciële invloeden. In die variant bepleit ik ook de afschaffing van de STER. Dat is een monster, bedacht in 1967, om de commerciële omroep even buiten de deur te houden, eigenlijk als gevolg van het REM-eiland. Maar de publieke omroep hoort helemaal geen reclame uit te zenden. Iedereen die zegt dat de STER geen directe invloed heeft op de programma's zit er naast. Nou, er is geen afdwingbare invloed van de STER naar de omroepen of omgekeerd, maar er wordt wel heel goed naar elkaar geluisterd. Als het over voetbal gaat rekent de STER uit wat die spotjes gaan kosten, want dat kunnen ze bij de publieke omroep niet. Eigenlijk zegt dat genoeg. Noem dat maar geen invloed. Of wat dacht je van de reclame onderbreking tussen het nieuws en het weer? Is er echt niet gekomen op voorstel van de NOS.

 

Ik denk dat je als overheid de publieke omroep in leven moet houden als die dingen brengt die door anderen niet gedaan worden Popradio doet de commercie gewoon beter. Ik denk ook dat Radio 2 en Radio 3 op termijn worden opgeheven. Of Radio 2 en Radio 3 worden geprivatiseerd. Schrijf daar maar op in, wat maakt het nou uit wie de eigenaar is? Radio 3 is zo commercieel als de pest. Er worden deals gemaakt met platenmaatschappijen als de nieuwe Beatles-cd uitkomt, dan zie je overal reclame op billboards. Dat zijn deals die ze helemaal niet mogen maken, dat is een schande! De publieke omroep verloedert daardoor, wordt commerciëler dan ze zelf eigenlijk willen zijn.

 

Maar als ze nu een grens stellen tot hoever ze willen marginaliseren. Niet zoals Ververs dat voorstelt, dat rapport heb ik schuddebuikend bekeken. Als ik een scenario had moeten schrijven om de publieke omroep zo snel mogelijk om zeep te helpen, dan had ik het zo gedaan. Nee, ze moeten iedereen ontslaan, en vervolgens iedereen opnieuw laten solliciteren. En nieuwe functies bedenken, een nieuwe structuur maken en opnieuw gaan organiseren. En dan teruggaan van 5000 employées naar hooguit 1500 mensen. Er is enorm veel werkgelegenheid bijgekomen in deze sector, dus de banen die bij de publieken zullen verdwijnen komen elders wel weer terug. De sector wordt alleen maar groter, en welk deel daarvan bij de publieke omroep werkt is eigenlijk niet zo heel erg belangrijk. Want iemand die bij een commerciële omroep werkt, weet zich ook gevrijwaard van commerciële invloeden door het redactiestatuut. En dat vind ik ook wel terecht, dat moet er wel zijn, net als bij de krant. Overigens was de publieke omroep de laatste met een redactiestatuut. Dat wilden ze zelf niet. Wij hadden al een redactiestatuut toen er bij de publieke omroep nog niemand over gesproken had. Toen ik bij de publieke omroep kwam werken, moest ik me scharen achter het gedachtengoed van de omroep. Je wordt als vakman beperkt in je vrijheid omdat je akkoord moet gaan met de beginselen van de omroep. Dat is een aantasting van de journalistieke discretie, gewoon beknotting van de persvrijheid. En dan waarschuwen de publieke omroepen als ze het over de commerciëlen hebben dat de vrijheid verloren gaat!

 

Natuurlijk is de marginalisering van de publieke omroep ook in mijn eigen belang, maar het is geen vraag aan Den Haag om mijn portemonnee te spekken. De overheid moet gewoon meer geld in eigen zak houden door het publieke omroepbestel veel kleiner te laten worden. Wat nu meer dan een miljard kost kan ook voor 500 miljoen, en voor die andere 500 miljoen kan je toch een boel woningen bouwen, of banen van creëren, of infrastructuur voor aanleggen. Want er wordt een hoop geld uitgegeven in Hilversum! Ik zou het niet opkrijgen. Je gaat het dan weggooien, en dat is nou precies wat de publieke omroepen doen. Ik kan het hele jaar Tom Mulder door het land laten reizen, elke dag van een andere lokatie laten komen. Tom moet er niet aan denken, ik ook niet, maar het geld komt zo wel op. Want het is erg duur, dure lijnverbindingen, reiskosten van een aantal mensen, producers, noem maar op. We zouden ook in een duurder pand kunnen gaan zitten, zoals ze bij de publieke omroep ook doen. Aan de andere kant, de publieke omroep zit in een provinciestad, in the middle of fuckin' nowhere, en wij zitten in het hartje van Amsterdam. Mijn vierkante meterprijs is minder dan de helft van hen, en ik ben heel blij hier. Ik wil hier voor geen goud weg!

 

Een heleboel mensen hebben me voor gek verklaard toen ik wegging bij de publieke omroep. Ik verdiende een wereldsalaris bij de TROS, maar dat veroorzaakte ook de frustratie. Ik moest bij de TROS zondagnacht werken, maandag hadden we vergadering, en donderdag moest ik werken, en dat was het. Dus ik had alle tijd om Radio 10 op te zetten. Ik had makkelijk bij de TROS kunnen blijven, en dan had ik er nu waarschijnlijk nog gezeten. Ik moet er niet aan denken, voor de duidelijkheid. Maar ik vond, en vind nog steeds, dat onbenul bij de publieke omroep aan de macht is. Mensen die absoluut niet weten waar ze het over hebben. En die maar één kant van de balans kennen, namelijk de uitgaven, maar niet van waar het geld moet binnenkomen. Ik maakte me erg boos over een aantal mensen bij de TROS, zoals ik dat ook deed bij de VARA. Willem van Beusekom is een voorbeeld van iemand die wel wist waar hij het over had. Maar Van Beusekom is een echte politicus, en dat ben ik niet. En dat maakte mij, op dat moment, nogal ongeschikt voor de publieke omroep. En meer geschikt voor het ondernemerschap. Dat heb ik een klein beetje van huis uit meegekregen. Dat vonden wij thuis toch de enige manier waarmee je op een ordentelijke manier geld kon verdienen en leuk bezig kon zijn. Dat is dus behoorlijk gestimuleerd, er werd altijd positief over gesproken. En als de gelegenheid zich dan voordoet wil dat wel de doorslag geven.

 

De voorgeschiedenis

 

Mijn radioverhaal begint in 1979 op de boot van Radio Caroline, de Mi Amigo. Ik studeerde nog in Delft, was een jaar of 21, maar wilde radio maken. Daar leerde ik Ruud Hendriks, Erik de Zwart en later Ton Lathouwers kennen. Wij zijn de laatsten uit een generatie die nog op zee hebben gezeten. Dat is toch wel geestig, we zijn allemaal directeur geworden. Ik denk dat het te maken heeft met een soort bevlogenheid, anders doe je dit niet. De juridische onzekerheden, de financiële onzekerheden, al die risico's die ik heb gelopen. Daar moet een bepaalde vorm van idealisme achterzitten. Dat weet ik zeker, en het geld ook voor Erik, Ton en Ruud. Ondanks de enorme concurrentie, want natuurlijk schelden we elkaar wel eens de huid vol, maar we staan ook arm in arm een biertje te drinken aan de bar. Dat begrijpen mensen niet, maar dat komt omdat we gewoon vrienden zijn.

 

Na het korte avontuur op de gammele en levensgevaarlijke Mi Amigo hadden we alle drie iets van: dit doen we nooit meer. We moesten ook zelf achter ons salaris aan, en zo. Wat een tijd! Toen zijn Ruud en Erik bij Veronica terecht gekomen, en later is Ton Lathouwers daar ook bij gekomen. Ik ging naar de KRO, en later de VARA. Dat was meer mijn hoek, want de alternatieve muziek die de KRO en de VARA toen draaiden vond ik gewoon veel interessanter. Het ging mij niet om mijn ego, ik vond die muziek gewoon hartstikke leuk. De andere jongens gingen meer voor het publieksbereik. Maar we bleven wel praten over commerciële radio. In mijn tijd bij de VARA was ik al bezig met de ontwikkeling van Radio 10. Maar het leek me toen niet onverstandig om toch een tijdje bij een publieksomroep te werken, want wat ik ook wilde, het zou toch een publieksstation moeten worden. Je moet bij een zo groot mogelijke kritische massa beginnen. Ik kon niet een soort VARA op commerciële leest gaan schoeien. Dat kan nú misschien zo langzamerhand wel. Veronica probeert dat met Kink FM, wij hebben het geprobeerd met Power FM. Maar eind jaren tachtig kon dat nog niet, er was nog geen enkele commerciële zender in Nederland.

 

Willem van Kooten is ongeveer rond de zelfde tijd als wij gestart met zijn Cable One. Maar het idee voor Radio 10 is van midden jaren tachtig. We waren absoluut de eersten, ook ver voor Van Kooten. Eigenlijk had ik een popzender in mijn hoofd, een commercieel Radio 3. Wist ik veel, ik was op dat moment nog niet eens in Amerika geweest. Nu heb ik daar gezien hoe je dit soort dingen commercieel kunt runnen. Dat heb ik daar moeten leren, dat had ik niet in Europa kunnen leren, want daar was op dat moment alleen in Frankrijk commerciële radio tot enig wasdom gekomen. Daar zijn ze begonnen in 1984, terwijl wij er in 1985 pas serieus over gingen nadenken.

 

In 1985 had Brinkman de Medianota geschreven op een zomerse achternamiddag, en die heb ik toen goed gelezen. En toen dacht ik: 'Shit, het wordt helemaal dichtgetimmerd!' De deur naar commerciële omroep was tientallen jaren op slot gehouden, door een volkomen verkrampte visie, en door vast te houden aan het publieke bestel als brenger van het heil. Daar zag je ook hoe ongelofelijk fout de verbinding tussen Den Haag en Hilversum was. In sommige gevallen was het zelfs een Personele Unie. Het Haagse parachutecircuit, waarbij gesjeesde of gedropte politici graag omroepvoorzitter, of belangrijk bij de omroep werden. Gevolg was dat er van alles werd gedaan om in Nederland vooral geen commerciële omroep toe te laten. Daarbij volkomen voorbijgaand aan het feit dat er zoiets was als een Europese Gemeenschap, waar we in zaten. Die tweede E van de EEG spreek ik bewust niet uit, want die staat voor Economische, en dat vergaten ze ook allemaal. Zij dachten dat ze cultuurpolitiek konden bedrijven met een normaal economisch marktgoed, namelijk media. De vergelijking met de kranten werd op dat moment gemaakt. Waarom houdt de overheid televisieomroepen in stand, waar ze dat op krantengebied niet doet? Papier is ook niet op de bon, een krant kan je morgen beginnen, maar een televisiestation niet en een radiostation ook niet. Ik maakte toen bij de VARA ook een Radio 2 programma, 'Het Circuit', samen met Felix Meurders. Daar heb ik toen Brinkman over zijn Medianota geïnterviewd. Die Medianota ging uit van de gedachte om helemaal geen commerciële omroep toe te staan, ook niet vanuit het buitenland. Maar in de Tweede Kamer kwam het amendement van Van der Sanden & Beinema. Notabene notoire tegenstanders van de commerciële omroep! Van der Sanden en Beinema zagen ook wel dat deze wet de toetsing Europeesrechtelijk absoluut niet kon doorstaan.

 

Toen hebben ze het zo ingekleed dat commerciële omroep vanuit het buitenland wel mocht, maar je moest je net zo organiseren als de Nederlandse omroep. Dat stond toen allemaal in die beruchte Mediawet in artikel 66, ik ken het helemaal uit mijn hoofd. Buitenlandse commerciële omroep mocht in Nederland alleen worden doorgegeven als het programma in het buitenland gelijktijdig en onverkort ook werd verspreid, en als er een aparte rechtspersoon was voor de verkoop van reclamezendtijd. Oftewel het Nederlandse omroepbestel projecteren op het buitenland. De politiek dacht zo aan de Europese regelgeving te voldoen. En ze dachten natuurlijk dat geen enkele idioot het ook zo zou gaan organiseren. Wat Radio 10 uiteindelijk dus wel gedaan heeft. We hadden een aparte stichting voor het maken voor de programma's, een aparte stichting voor het verkopen van de reclamezendtijd, en we hadden een vereniging die zorgde in Italië zorgde voor de verspreiding van het hele programma.

 

De aanloopfase

 

Ik herinner me nog een stakingsdag bij de publieke omroep, midden jaren tachtig. Ik werkte bij de VARA, en natuurlijk ging bij mijn programma die knop om. Wij, de VARA, hadden sympathie en aandacht voor de zaak. Dus had ik vrij, en zat ik op een terrasje met Erik de Zwart, Ton Lathouwers, en Paul Luyten, die was toen fractievoorzitter van de VVD in de gemeenteraad van Amsterdam. Wij hebben met z'n vieren aan de wieg gestaan van Radio 10. Op die dag van de staking hebben we gezegd: "Jongens, nu richten we Radio 10 op. Dit zal ze nog lang heugen! Wat zou het mooi zijn geweest als we nu al in de lucht waren geweest!" Er is daarna nog vele avondjes gepraat over de koers van Radio 10. Toen het er op aan kwam om het geld te storten om het bedrijf te beginnen, toen gaven De Zwart en Lathouwers niet thuis. Die werkten bij Veronica, en dat ging ze daar goed voor de wind. Maar niet storten is niet meedoen. Ton Lathouwers is later met Sky Radio begonnen. Daar zaten Lex Harding, Rob Out en Peter de Jager achter, maar dat mocht toen niemand weten. En veel later is Erik de Zwart met Lex naar Radio 538 gegaan. En dat is allemaal een succes geworden. Dus uiteindelijk hebben wij nogal wat radiostations op ons geweten. Wij zijn verantwoordelijk voor bijna alle commerciële radiostations in Nederland.

 

In mijn tijd bij de TROS heb ik rustig kunnen werken aan de voorbereidingen voor Radio 10. Ik heb ook meteen tegen TROS-voorzitter Cees van Daas gezegd dat ik bezig was met het opzetten van een commercieel station. Toen kwam er een glimlach op zijn lippen, want ik was natuurlijk de zoveelste met grootse plannen, en toen zei hij: "Houd ons op de hoogte." En dat heb ik ook gedaan. In maart 1988 heb ik mijn laatste programma gemaakt voor de TROS. Tom Mulder werkte toen al bij Cable One, Ferry Maat zou met mij meegaan. Ik deed toen ook dingen voor tv, 'Popformule', wat ook voor Sky Channel werd gemaakt. Daarom had ik een contract waarin stond dat ik voor buitenlandse satellietomroepen kon werken. Dus ze konden me niet zomaar ontslaan. Dat contract liep tot september 1988, maar de TROS wilde op een gegeven moment van mij af. Radio 10 bestond toen al. Maar ik hoefde niet zo nodig weg, en toen hebben ze het lopende contract maar afgekocht. Dus de publieke omroep heeft Radio 10 eigenlijk mede gefinancierd.

 

De constructie

 

Ik had op allerlei beurzen in Montreux, waar ik heen ging op kosten van de VARA om artiesten te interviewen, met veel buitenlandse radiomakers gesproken. Daar leerde ik dat ik het via Italië moest doen, want daar kon je betrekkelijk eenvoudig een station kopen. Dat werd Rete Zero in Milaan. Ons geluk was dat we bij de 'Enige Betrouwbare Italiaan' terechtkwamen, want ze hadden de boel daar zo leeg kunnen roven. Toen Cable One van de kabel moest hebben we ons zo koest mogelijk gehouden, om maar geen aandacht te trekken. En zo overleefden wij het wonder boven wonder. Wij zijn overeind gebleven door slim te kijken naar wat er nou precies stond in die uitspraak over Cable One en TV10. We pasten het steeds zo aan, zodat het Commissariaat dáár in ieder geval niets meer over kon zeggen. Maar pas in 1990 wisten we zeker dat we konden blijven bestaan. En al die tijd had Sky Radio mooi weer kunnen spelen, want die had geen enkele procedure aan zijn broek. Inmiddels zijn we gewoon een Nederlands bedrijf, en hebben we drie radioconcessies en twee tv-concessies. Ja, dat kan nu ineens allemaal wel. Er is echt heel veel veranderd in die acht jaar.

 

De startproblemen

 

We zijn met Radio 10 gestart in december 1987, tegelijk met Cable One. Toen nog alleen via de satelliet, met non-stop muziek. Wij begonnen in januari 1988 te programmeren. De muziek was nog heel algemeen, geen Gold dus. Die formattering ben ik pas later gaan invoeren, toen ik die in Amerika tegenkwam. Het begin was echt cowboys en indianenwerk. De studio werd natuurlijk te laat geleverd. Technici die dat zelfstandig deden waren er in Nederland helemaal niet. Het was goedkoop, niet echt geweldig spul. Met pick-ups nog in het begin, maar die zijn er snel uitgegaan. Zeker toen we op Gold zijn overgegaan. Maar toen we begonnen was het modernste apparaat een bolletjes-typemachine. Nu heeft iedereen zijn eigen computer en ligt er een heel netwerk.

 

De programma's werden vanuit Brussel weggezonden, opgevangen in Milaan en uitgezonden via de FM-band. Dat signaal konden de kabelstations via de satelliet in Nederland opvangen, en hier op de kabel zetten. Een buitenlandse omroep dus. De juridische redenering was dat we een halffabrikaat maakten, en dat het uiteindelijk in Brussel werd afgemaakt en daar werd ge-uplinkt. Om die juridische tussenoplossing nog enige substantie te geven, hebben we de nieuwsdienst verplaatst naar Brussel. Maar die nieuwsdienst waren allemaal opgeschoten pubers. Het appartement waar ze in zaten, daar liepen binnen een maand of twee overal kakkerlakken rond. Die boel moest toen ontsmet worden, dat heeft ons een vermogen gekost!

 

In 1990 was het bijna afgelopen. We zijn nog veel te lang door gegaan, eigenlijk was het bedrijf toen failliet. Het enige wat we niet hebben gedaan is surséance aanvragen. Er kwamen echt helemaal geen adverteerders meer. En wel elke maand honderdduizend gulden loon, dat soort dingen. Ik wist op een bepaald moment niet meer waar ik op de 28e van de maand het geld voor de lonen vandaan moest halen. Dus daar is nog een hoop gepraat voor nodig geweest. Iedereen die nu roept dat hij nooit heeft getwijfeld over het succes van Radio 10 lult uit zijn nek. Ik heb er méér dan eens aan getwijfeld. Maar, tegelijkertijd heb ik ook gezegd: ik wil dit hoe dan ook helemaal afmaken. Van het begin tot waar het einde dan ook is. Als ik in 1990 niet die deal met Arcade had kunnen sluiten, dan was het verkeerd afgelopen. Er waren toen drie partijen geïnteresseerd in Radio 10, maar ik ben met Arcade in zee gegaan omdat ik dacht, en nog steeds denk, dat ik er met Arcade uit zou kunnen komen. En omdat Herman Heinsbroek het soort man is waar ik het wel mee kan vinden. Het is een ontzettende schreeuwlelijk, en dat ben ik ook, dus dat komt mooi uit. We maken elkaar geregeld voor rotte vis uit, maar dat moet kunnen. En Heinsbroek was ook jurist, dus hij weet hoe juristen denken. Hij kan goed de juridische risico's in schatten. Vanaf het moment dat Arcade als aandeelhouder is binnengekomen is het alleen maar in stijgende lijn gegaan. Toen werd het groter, meer en beter. Het heeft nog wel geduurd tot 1992 voordat we de aanloopverliezen hadden terugverdiend. En als ik nu kijk naar het bedrag van die aanloopverliezen, dat heb ik nu per maand nodig. Dat is ongelofelijk, hoe die schaal veranderd.

 

Radio 10 Gold

 

De formattering van de oude hits hebben we pas in 1990 ingevoerd. Daarvoor zochten de dj's zelf hun plaatjes uit, met als gevolg dat het fout ging. In mijn herinnering kan iets best een Gouwe Ouwe zijn, maar als die plaat dan niet hoger is gekomen dan nummer 28 dan is het hooguit een Blikke Ouwe. En dat soort platen moeten er dus uit. Dat soort platen spreekt een deel van je publiek wel aan, maar stoot tegelijkertijd een veel groter deel van dat publiek af, en dat wil je niet. Nu zitten er 1200 actieve titels en 3000 slapende titels in de computer. Voordat je alle kinderziektes uit dat systeem hebt, en je alle platen hebt die je er in wilt hebben zitten ben je een eind verder.

 

Concertradio

 

Nadat we Radio 10 tot Gold hadden omgevormd was er ruimte voor andere doelgroepen. We zijn in 1991 met Concertradio begonnen. Dat had een paar duidelijke redenen. Klassieke muziekliefhebbers werden op dat moment echt heel slecht bediend door Radio 4. Daar werd uitgebreid gezeverd over de muziek, die nogal exclusief en elitair was. Bovendien waren de luisteraars nogal fanatieke, kapitaalkrachtige types. Die wilde ik best tot mijn vriendjes rekenen, want ik had een groot financieel probleem met Radio 10. En we hadden capaciteit op de satelliet van FilmNet, die we voor niks ter beschikking kregen. We konden het gewoon vanuit Brussel opstralen. En het programma kostte natuurlijk niks, dankzij de computer. We hebben met klassiek gedaan wat Sky met populaire muziek deed.

 

Power FM

 

Power FM was duidelijk progressiever dan het oude Radio 10. Alleen voor jongeren, met een rockformat. We draaiden toen alles wat we leuk vonden, terwijl we nu iets niet draaien als het niet kleurt bij het station. Het is nu veel commerciëler geworden. Power FM is niet gelukt, onder andere omdat we er te vroeg mee waren. Als we nog een jaar hadden gewacht, dan hadden we waarschijnlijk makkelijker mee kunnen lopen in de etherfrequentierace, en dat was het waarschijnlijk wel gelukt. We hebben ontdekt dat Power FM alleen op de kabel niet werkt. In 1992 deelde de overheid een aantal kleine restfrequenties uit in een aantal gemeenten in het land, een soort babyfoonzendertjes waren dat. Die frequenties kwamen er nadat wij allerlei procedures hadden gevoerd. Uiteindelijk hebben Sky Radio, RTL en Radio 10 Gold de frequenties gekregen, waardoor Power FM niet in de ether kwam. En zeker voor het rockformat van Power FM was dat belangrijk, daarom is het nooit gelukt. Veronica doet nu zijn best met Kink FM op de kabel. Ik vind het heel leuk, maar ik weet nog steeds niet of dat een commercieel haalbaar gegeven is. Het idealisme over die muziek overheerst, dat is natuurlijk leuk, maar in een commerciële omgeving kan dat niet. In ieder geval, na een jaar Power FM hebben we de presentatie er afgehaald, en zo'n drie maanden later zijn we ook andere muziek gaan draaien. Dat is Love Radio geworden. Het station Love Radio scoort op dit moment beter dan Power FM ooit gedaan heeft.

 

Love radio

 

Love Radio is een zender met soft-pop muziek zonder gesproken woord. Love Radio is een goedkoop station, en een mooie manier om te laten zien: Wat Sky kan, kunnen wij ook. We snoepen zo mooi een stukje van hun advertentiemarkt af, en het wordt gewoon gemaakt door de mensen van Radio 10 Gold. Maar Love Radio zal zich in de toekomst steeds meer en meer op jongeren richten. Dan hebben we eigenlijk het totale spectrum, want Radio 10 Gold is voor een wat ouder publiek en Concertradio trekt een nog ouder publiek. Radio 10 is voor de onderkant van het segment, Concertradio voor de kapitaalkrachtigen, de bovenkant van het segment. Sky Radio zit nu in de ether, voert steeds meer gesproken woord op, tot tien minuten per uur, en bij Love Radio hoor je dat niet. En we gaan veel meer in de hoek zitten van de Rhythm & Blues, de Soul, de zwarte muziek. Niet in de funk, niet de dansbare dingen, maar juist de zwoelere, 'coole' muziek. Als het maar past in die zenderkleur. Op zo'n zender is in de toekomst ook presentatie mogelijk.

 

De etherfrequentieperikelen

 

We hebben in 1994 voor alle drie de radiozenders een aanvraag ingediend voor een etherfrequentie. Maar we hebben wel aangeven dat de aanvraag primair bedoeld was voor Radio 10 Gold. En als die niet gehonoreerd zou worden, dat we de andere aanvragen dan introkken. Want ik had het scenario al voorzien waarin Concertradio wel een etherfrequentie zou krijgen en Radio 10 niet. Jaahaa! Toen we de etherfrequentie kregen voor Radio 10 Gold hebben we natuurlijk geweldig gefeest. Het is vooral voor de motivatie van de medewerkers een belangrijke opsteker geweest, want mensen kunnen nu onderweg hierheen in de auto luisteren naar het station waar ze zo gaan werken. We hebben door de 675 AM ons marktaandeel weer kunnen herstellen tot wat we hadden voordat we die drie babyfoonzendertjes in het noorden moesten afstaan. We hebben het weer goed gemaakt, maar het is niet verder gegroeid. Terwijl die middengolffrequentie wel enkele miljoenen per jaar kost. Ga er maar aan staan! We klagen niet hoor. Laten we eerlijk zijn, de middengolf, ik kan er naar luisteren, maar er zijn veel mensen die dat gewoon niet kunnen. Die worden daar moe van. Die hebben iets van: "Zet dat teringgeluid af!" De 675 wordt goed beluisterd op de steiger. Dus er moet meer gebouwd worden in Nederland. Die 500 miljoen die we kunnen besparen op de publieke omroep moet dus allemaal in de bouw, ha ha ha.

 

Tja, de criteria voor de verdeling van de frequenties in 1994 door mevrouw d'Ancona.... Ik vond het volstrekt belachelijk. Volstrekt onjuist. Wij hebben ons daaraan geconformeerd, want wat moet je? Maar er stond van te voren al vast wie wat zou krijgen. En dat wij een frequentie kregen, dat komt alleen maar omdat we ons zo in dat dossier hebben ingebeten dat ze bijna niet meer om ons heen konden. Wij waren marktleider op dat moment! Dat vond men toen niet belangrijk. Maar de procedure bij het College van Beroep heeft duidelijk gemaakt dat marktaandeel wel degelijk een rol had moeten spelen. Maar al die selectiecriteria waren geschreven voor Radio Noordzee Nationaal en Classic fM, of in ieder geval een zender die niet al te concurrerend zou zijn voor de publieke omroep. Als je ook kijkt naar wie die etherfrequenties gekregen hebben, dan is dat toch ook te gek voor woorden! Zoiets zie je wel aankomen, hoor. Je praat natuurlijk doorlopend met ambtenaren op het Ministerie van WVC, dus je hoort altijd wel van te voren welke kant het op zal gaan. Maar je kan het dan alleen niet meer bijsturen. Toen ik de criteria las was het ook geen verrassing wie het uiteindelijk zou krijgen. De enige verrassing was Classic fM want dat was een partij waarvan wij geloof ik niet eens wisten dat ze hadden ingeschreven. Of we wisten dat nog wel, maar schatten hun kansen niet hoog in. Ik weet toevallig achteraf hoe dat gegaan is. Dat is heel erg hoor, wat daar gebeurd is! De heren van de Engelse ambassade hebben de heren van WVC ontboden, en gevraagd hoe het nu zat met die etherfrequenties. En toen zijn ze zich gaan inschrijven voor Classic fM. Dat is allemaal op politiek, diplomatiek nivo gegaan, dat is echt idioot. Ze waren geloof ik zelfs ook nog te laat met inleveren.

 

Mijn rechtsgevoel heeft de afgelopen acht jaar meer dan eens een knauw gekregen. Absoluut. Ik heb afgeleerd om te geloven dat als je gelijk hebt dat je dat ook altijd krijgt. De overheidsinvloed op de media zal steeds minder worden, maar het is nog lang niet afgelopen. Kijk maar naar de laatste procedure die we hebben gevoerd voor het weggeven van die etherfrequenties aan Sky en Radio 538 in 1995. Dat zij ineens die etherfrequentie krijgen, dat blijft beláchelijk hoor. Buiten elke vorm van procedure om. We hadden het niet erg gevonden als er gewoon een procedure was geweest en ze hadden die frequentie gekregen. Maar er was geen enkele politieke noodzaak om dit te doen. En toch gebeurt het ineens. Vervolgens procederen we tegen deze gang van zaken, we krijgen gelijk, maar de rechtsgevolgen blijven in stand. Oftewel, er wordt niks aan gedaan. Ja, zo ken ik er nog een paar! Dus ik heb daar absoluut niet zo'n hoge pet van op. Maar ik moet wel zeggen dat er over het algemeen bij rechters toch wel enig begrip bestaat voor wat er speelt. Ik ben alleen een beetje teleurgesteld in de moed van sommige rechters om het Ministerie, ambtenaren of ministers terecht te wijzen. We kregen begin 1995 lucht van het overleg tussen Sky en Radio 538 met het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Toen hebben we geprobeerd contact te zoeken met het Ministerie. We hebben drie weken elke dag gefaxt, gebeld, maar geen commentaar. Terwijl wij wisten dat Ton en Erik daar bij mevrouw Jorritsma op de thee waren. We hebben zelfs De Telegraaf getipt. Die vonden het wel interessant, maar die konden het ook niet bevestigd krijgen. Dat is niet echt bepaald een plezierige situatie geweest. En je belt die Ton of Erik op dat soort momenten ook niet op. Dat soort dingen zijn gewoon te gevoelig. Bovendien krijg ik dan waarschijnlijk ook geen eerlijk antwoord, dus dan kan ik het ook maar beter niet vragen. Dat houdt het wat zuiverder.

 

Eerst waren wij natuurlijk blij met de 675 middengolf. Want wat er toen in de ether bijkwam dat was geen serieuze concurrentie. Classic fM, dat is geen directe concurrent. Radio Noordzee Nationaal had op dat moment nog maar een marktaandeel van 0,7 procent, en draaide alleen maar Nederlandstalig. Toen ze eenmaal in de ether kwamen gebeurde er plots van alles in de programmering. En niemand die daar wat aan deed, ook de politiek niet. Ik moet eerlijk zeggen dat ik van de vakkennis en vakbekwaamheid van de ambtenaren alles behalve onder de indruk ben. Om maar niet te zeggen dat ik het knoeiers vind, absolute knoeiers. Dat beperkt zich niet tot het Ministerie van OCW, want daar hebben ze nog wel kennis van zaken, maar hebben ze een andere mening. Het is jaren een CDA/PvdA Ministerie geweest, dus dat stond op de rit van het beschermen van het publieke bestel. Maar nu ligt ineens het primaat bij VW, en daar weten ze er echt geen bal van. Ze snappen er echt helemaal geen reet van! Daar is een kennisachterstand die er niet om liegt. Ze zullen daar nog een hoop moeten doen om over deze bedrijfstak zinnige uitspraken te doen. Het zou natuurlijk nog mooier zijn als de politiek zich helemaal niet bemoeit met de media, dan heb ik er helemaal geen last meer van. Maar de politiek bemoeit zich er behoorlijk uitdrukkelijk mee, en weet van toeten noch blazen. Dat is heel frustrerend.

 

De politiek

 

De overheid heeft natuurlijk altijd geprobeerd het publieke bestel te beschermen. Het was erger dan nu, er wordt nu wat beter over nagedacht. Maar de commercie moest altijd buiten de deur worden gehouden, want dat was de vijand. Het is al gebeurd bij het REM-eiland, toen de overheid zelfs militair ingreep. En later weer bij Veronica, door het ratificeren van het Verdrag van Straatsburg. Daardoor hoefde de publieke omroep ook nooit over concurrentie na te denken, want ze werden toch door de politiek beschermd. Niemand dacht er over na dat het wel eens anders zou kunnen worden. Elk commercieel initiatief werd toch een beetje meewarig bekeken. Nu is de radiomarkt in Nederland een zich redelijk snel ontwikkelende markt geworden, maar het is nog niet de markt die het hoort te zijn. Want de distributiemiddelen, de Middengolf en de FM, zijn niet voldoende voorhanden om er een echte markt van te maken. Maar aan het eind van deze eeuw zal het wel zover zijn. Ik vind dat de politiek zich dan op mediagebied nergens meer mee mag bemoeien. Behalve dan met het creëren van een omgeving waarin programmamakers van de publieke omroep hun programma's kunnen maken. De politiek moet voor de publieke omroep voorwaardenscheppend zijn, en voor de commerciële omroep: hands-off! Uit mijn wijk!

 

De televisie

 

De televisie is veel later in dit bedrijf gekomen, maar TV10 was er natuurlijk al in 1989. Het is alleen nooit begonnen. Ik was daar toen ook vrij intensief bij betrokken. Peter Jelgersma heeft TV10 met Joop van den Ende in gang gezet, aanvankelijk via dezelfde U-bocht als voor Radio 10. Maar Joop wilde een andere constructie, en dat had hij nooit moeten doen. Toen we in 1995 alsnog met twee tv-zenders kwamen was er een hele andere tv-markt. We hadden al RTL4 en RTL5, we wisten dat Veronica en SBS kwamen. Dus dat betekent dat je, samen met Nederland 2, vijf zenders hebt die op de grote massa mikken. Dat is tien miljoen Nederlanders, want vanuit reclameoogpunt tel je boven de 70 jaar en onder de 6 jaar niet mee. Het leek ons niet zo'n goed idee om ook in dat vijvertje te gaan vissen. Dat is vooral belangrijk omdat je zo de programmakosten in de hand kunt houden. Want TV10 Gold is gewoon geen dure zender. Dat kost minder dan een tiende van wat RTL4 kost. TMF kost zelfs nog meer dan TV10 Gold. We wilden met weinig geld een paar zenders starten. Arcade en de Radio 10 Groep heeft net als de Holland Media Groep twee tv-zenders en drie radiostations. Dus qua hoeveelheid outlets is het ongeveer hetzelfde. Alleen hebben zij twee massazenders, en wij twee niche-zenders. Het is mijn stellige overtuiging dat je aan die niche-zenders uiteindelijk meer geld kunt verdienen dan aan die massazenders. Als het gaat om invloed, dan zullen wij die minder hebben. Gaat het om winstgevendheid, dan denk ik dat wij daar veel beter uitkomen.

 

De radioperspectieven

 

In 1997 moeten de etherfrequenties weer opnieuw verdeeld worden. Tenminste, als het nog lukt in 1997, want het wordt altijd later dan ze roepen. Er moeten veel meer frequenties vrijkomen voor de commercie dan nu het geval is. Dat is ook mogelijk, want op drie punten kan er herverdeeld worden. 1) We hebben geprocedeerd tegen de dubbele dekking van het FM-H net, de dubbelde verspreiding van Radio 1 op zowel de FM als de AM. 2) Er zijn op dit moment vrij veel frequenties gereserveerd voor defensiedoeleinden. Ook in de omroepbanden. De publieke omroep heeft allerlei bunkers en kelders met eetvoorraden en zo. Er liggen zelfs masten plat, die in 20 seconden opgetakeld zijn. Daar kan dan Herrijzend Nederland op worden uitgezonden. Heel verhelderend. De omroep is eigenlijk hartstikke goed voorbereid op de Derde Wereldoorlog, maar niet op komst van de commerciële omroep. 3) En het belangrijkste punt; een herverdeling van frequenties benaderd vanuit een pragmatische hoek. Een verdeling die ook veel verstandiger is dan de huidige. Je hebt nu voor Radio 3 in het hele land allerlei verschillende frequenties, maar je kunt ook stellen dat Radio 3 in het hele land voortaan tussen de 92.0 en 94.6 FM zit. Dat is een extra gemak waarmee je het publiek een dienst bewijst. Alle zenders met hetzelfde programma zitten dan vlak bij elkaar, zodat je niet dat idiote gezoek hebt. Het is onbegrijpelijk dat dat nog niet eerder gebeurd is. Ik denk dat daar nog wel wat robbertjes over gevochten zullen worden, en dat kan betekenen dat de nieuwe frequentieverdeling nog verder wordt vertraagd.

 

Ik denk dat er dan voor iedere commerciële zender minstens één frequentie in zit. Ik zie niet in waarom dat niet zou kunnen. Capaciteit kan nooit het bezwaar zijn, dat is echt gelul. Dat is een kunstmatige truc. Ze zijn bij de publieke omroep alleen maar bezig geweest met het afschermen van hun eigen verworvenheden, in plaats van te kijken naar wat ze er mee kunnen doen. Voor de distributie moet je onderhandelen met de Nozema, en de publieke omroep is 40 procent eigenaar van Nozema. Dus ze hebben daar wel wat te zeggen hoor. Het is wat dat betreft al heel vreemd dat wij met Nozema zaken doen.

 

De Croma bakker

 

Hoe meer radiozenders er zijn, hoe beter het wordt. De kwaliteit gaat vanzelf omhoog, op een gegeven moment ontstaan er speciale programma's waarmee je je onderscheidt van de grote gemene deler. Radio 10 werd een succes, dus nu probeert iedereen er nog een beetje op te lijken. Maar hoe meer zenders er komen hoe beter het onderscheid wordt. Wij zullen naast Radio 10 Gold nog hele andere dingen zetten, daar kun je op wachten. Je moet nooit denken dat je iets hebt en dat je dan klaar bent. Je moet er bij blijven staan voor het beste resultaat, net als die man die in Croma staat te bakken. "Dit is niet mooi, dat wel, en dit gaan we veranderen." Dat is een beetje wat ik doe, ik ben een Croma bakker. En het wordt allemaal nog veel spectaculairder. Zowel programmatisch als promotioneel. Wie maakte er begin jaren negentig nou reclame voor een radiostation op billboards, of op trams? En er zijn nog een heleboel dingen in ontwikkeling, die tot spraakmakende activiteiten zullen leiden. Radio is een vechtmarkt, en dat zal het blijven ook."

 

(c) Arjan Snijders